Het getal e van Euler

e = ( 1 + ( 1 / N ) ) ^ N

Stel: je hebt een bank die jaarlijks maar liefst 100 procent rente uitkeert.

Je maakt natuurlijk meteen een spaar­rekening aan en zet er 1 euro op.

 Als de rente wordt uitgekeerd, stijgt je saldo naar 2 euro.

Stel nu dat de rente vaker wordt uit­gekeerd: in plaats van één keer 100 procent, bijvoorbeeld twee keer 50 procent.

Dan gaat je saldo halver­wege het jaar van € 1 naar € 1,50, en aan het eind van het jaar naar € 2,25.

Oftewel: € 1 × 1,52 = € 2,25.

Deze rekensom voor een willekeurig aantal uitkeringen per jaar.

Het saldo dat je na n uit­keringen overhoudt, is € 1 × (1 + 1/n)n.

Als je elke maand rente krijgt, bedraagt je ­saldo bijvoorbeeld

€ 1 × (1 + 1/12)12 = € 2,61.

En als je elke week rente krijgt, wordt het € 1 × (1 + 1/52)52 = € 2,69.

Wat als je oneindig vaak rente krijgt?

Dan bedraagt je saldo afgerond € 2,718281828459.

Of om precies te zijn:    e    euro.